Zwemvaardigheid

Met de zwemvaardigheidsdiploma’s maak je kennis met allerlei aspecten van de zwemwereld:

  • (Wedstrijd)zwemslagen

  • Hierbij worden verschillende zwemslagen, keerpunten en wedstrijdstarts geoefend.

  • Balvaardigheid / Waterpolo

  • Bij dit onderdeel leer je waterpolotechnieken als ongelijkzijdig watertrappen, het werpen van een bal en het zwemmen met een bal.

  • Onderwatervaardigheden

  • Dit onderdeel gaat over oriënteren onder water. Hierbij leer je bijvoorbeeld een hoekduik, met kleren door een gat zwemmen en onder matten of elkaar door zwemmen.

  • Survival

  • Hierbij wordt altijd met kleding gezwommen. Je leert hoe je jezelf en anderen kunt redden.

  • Synchroonzwemmen

Dit bestaat uit coördinatietechnieken zoals wrikken, gehurkte draai, koprollen en salto’s maken.

Hoewel er ieder half jaar mogelijkheid is tot diplomazwemmen, duurt het behalen van iedere diploma gemiddeld één jaar. Dit is sterk afhankelijk van conditie, zwemvaardigheid en leeftijd. Het spreekt voor zich dat een sterke 8-jarige sneller de vaardigheden en conditie oppikt dan een tengere 5-jarige. Ook talent, lichaamsgevoel en cognitieve vaardigheden spelen een grote rol.
De trainers proberen zo veel mogelijk te differentiëren, zodat sterke kinderen genoeg uitdaging krijgen en kinderen die meer tijd nodig hebben toch op hun tempo de vaardigheden eigen kunnen maken. In alle gevallen zijn kwaliteit en plezier de speerpunten.

 

Opstapgroep

Om de steeds groter wordende verschillen in eisen tussen C en zwemvaardigheid 1 op te vangen heeft de zwemclub een Opstapgroep gevormd. Alle startende zwemmers beginnen in deze Zwemvaardigheid Opstapgroep (ZO-groep).

Ieder half jaar wordt na het diplomazwemmen gestart met nieuwe groepen. De trainers bekijken in de eerste maand wie er sterk/vaardig genoeg zijn om de eisen van zwemvaardigheid aan te kunnen leren. Deze kinderen schuiven dan door naar Zwemvaardigheid 1 (ZVH1).

De kinderen die hier nog niet klaar voor zijn blijven in de ZO-groep en zullen trainen om (technisch) sterker te worden, conditie op te bouwen en alvast de eerste vaardigheden van zwemvaardigheid aan te leren, zodat ze later sneller en makkelijker door zwemvaardigheid zullen stromen.
Op deze manier willen we voorkomen dat kinderen die wél C hebben, maar niet sterk genoeg zijn voor zwemvaardigheid, achter de feiten aan hollen en hierdoor te lang in ZVH1 blijven hangen.
De ZO-groep zwemt in hetzelfde uur als ZVH 1.